vrijdag 25 maart 2016

Een tarwekorrel moet in de aarde vallen en sterven - Goede Vrijdag



Het Boek
Johannes 12: 23-25

‘Het is nu zover dat Ik, de Mensenzoon, de hoogste eer en heerlijkheid zal ontvangen,’ antwoordde Jezus. ‘Wat Ik jullie zeg, is de waarheid: een tarwekorrel moet in de aarde vallen en sterven, anders blijft het alleen maar één tarwekorrel. Maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, raakt het kwijt. Maar wie zijn leven in deze wereld niet liefheeft, zal het behouden en eeuwig leven. 




De graankorrel waar Hij over spreekt is Hij allereerst zelf: hij blijft niet op zichzelf, maar valt om te sterven in de aarde om pas zó veel vrucht te kunnen dragen: ontelbare gelovigen delen in zijn gerechtigheid.

Jezus heeft deze woorden in praktijk gebracht door zichzelf op te offeren en zijn leven af te leggen toen Hij stierf aan het kruis. Daardoor heeft Hij persoonlijk meer vrucht gedragen dan wie ook.




Als een graankorrel in de grond terecht komt sterft alleen de buitenkant. Het binnenste van de graankorrel, de tarwekiem blijft leven en die begint pas te groeien zodra de buitenkant is afgestorven.

Ook wij worden geroepen om graankorrels te zijn, om te sterven in de
aarde. Dat vraagt dat we loslaten wat in dit leven zo belangrijk lijkt: aanzien,
succes, gezondheid, rijkdom, onze eigen kwaliteiten. Dat alles moet de grond in, sterven met Christus. Pas daarna zullen we vrucht dragen tot eer van de Vader.



Hebben we de moed om slechts graankorrels te zijn? Hebben we de moed
om niet op onszelf te blijven, niet op onszelf te vertrouwen en ons in kwetsbaarheid afhankelijk te maken van anderen? 

Dat is wat de Here Jezus van ons vraagt. Heb niet je eigen leven lief, heb het leven lief dat Jezus geeft. Kies voor het leven van Christus. 

Geleid door de Geest zullen we, als we erom bidden, kracht ontvangen om zwak en kwetsbaar te zijn, om onze tekortkomingen en zonden onder ogen te zien en om te zeggen: ‘Heer, leer me te sterven aan mezelf, omdat alleen in U het leven is!’



Er was eens een korrel graan
Gezaaid in de grond
Geboren om dood te gaan
Geen mens die het vond
Maar heel langzaam brak het open
En er kwam nieuw leven aan
En het heeft zichzelf verloren
Zie je het koren
Op de akker staan

Hij was als een korrel graan
In de aarde gestrooid
Geboren om dood te gaan
Beroofd en berooid
En zijn lichaam werd verbroken
Toen Hij Zich aan 't kruis liet slaan
Zo heeft Hij Zichzelf gegeven
En liet Zijn leven
Door de wereld gaan

Ik weet dat ik sterven moet
Niet later maar nu
En al wat me leven doet
Geef ik aan U
En heel langzaam breek ik open
Als een kleine korrel graan
Tot het leven wordt geboren
En er zal koren
Op de akker staan

(Bijbeltekst; Het Boek
Lied; Elly en Rikkert
Schilderij; William A Bouguereau)


zaterdag 5 maart 2016

Open onze harten voor het geheim van Uw Liefde



2 Korintiërs 4:6
Want God, die gezegd heeft: ‘Laat er licht in de duisternis zijn,’ heeft in de duisternis van onze harten geschenen en ons doen inzien dat zijn heerlijke glans van Jezus Christus afstraalt.


God wil dat de mensen Hem leren kennen; het licht is kennis van Hem. Hij laat als het ware die kennis in onze harten schijnen. De vraag is steeds of wij dat licht aannemen of liever in de duisternis blijven zitten.


Hoe open je de deur van je hart?

Je kunt zelf de deur van je hart niet openen voor Jezus! Maar dat is niet het eindantwoord. 
De Heiland Zelf klopt aan de deur van je hart, van je bestaan, van je leven: “Zie IK sta aan de deur en IK klop.” 
Weet Hij dan niet dat ik de deur niet kan openen om Hem binnen te laten? Ja, zeker wel. Maar Hij weet nog veel meer. Hij weet dat we die deur niet open willen doen. We zijn zo tevreden in het leven in de wereld. We hebben zo echt genoeg aan de dingen van deze aarde. Wat moeten we met Jezus doen?



Jezus aan de ene kant van de deur, ik aan de andere kant. Wat een situatie!! Jezus de Koning van alle koningen, wil binnengelaten worden in mijn hart. Hij wil er Zijn intrek nemen. Hij wil feest met je vieren. Avondmaal houden. Hij weet het: Aan de binnenzijde van de deur, aan mijn kant dus, zit een schuif om te openen. Maar, ik zit zo vast in mijn wereldje dat er eigenlijk helemaal geen plaats is voor Jezus. En dan kunnen we wel allerlei uitvluchten verzinnen zoals: “Geen knop aan de binnenkant”. Of: “Ik kan het niet.” We hebben allerlei excuses en uitvluchten, maar we doen de deur niet open en blijven gewoon die we zijn! We doen niets en gaan rustig verder in ons zondig bestaan.


Wat is dan die sleutel om de deur te openen? 
Heel eenvoudig: Gods Woord, de Bijbel. Ga er in graven en bestudeer grondig wat God tegen je zegt in dat Woord. Het is persoonlijk aan jou gericht. Luister naar goede preken. Houdt Bijbelstudie met vrienden en bekenden. Spreek in je huis over de Heer Jezus met veel vrijmoedigheid. Bidt om de werking van de Heilige Geest. Dat is de sleutel van de deur.




Als je zo bezig bent wil de Heilige Geest werken en je alle kracht geven om de deur te openen in Zijn kracht. Luister naar de roepende stem van de Heiland. Belijdt aan Hem de hardheid van je hart, maar ook je verlangen om van Hem te zijn. Hij roept niet alleen: “Open de deur en Ik zal binnen komen.” Hij wil je ook de kracht geven om de deur te open.




You heard the cry of our hearts
And You came down
Freely You gave us Your love
Showing us how

Make me an instrument of Your peace
Where there is hatred let me sow love
Where there is darkness let me shine light and
May Your love cause us to open up
Cause us to open up our hearts
May Your light cause us to shine so bright
That we bring hope into the dark

All that we do without love
It means nothing
Grant us the courage to give
As You’re calling

Make me an instrument of Your peace
Where there is hatred let me sow love
Where there is darkness let me shine light and
May Your love cause us to open up
Cause us to open up our hearts
May Your light cause us to shine so bright
That we bring hope into the dark

Hope for the hopeless, Your love is
Strength in our weakness, Your love is
May we love, as You love
Hope for the hopeless, Your love is
Strength in our weakness, Your love is
May we love, as You love
(As only You can love, oh God)
May we love, as You love
May we love, as You love


Bijbeltekst; Het Boek
Woorden van J.W.van Dooijeweert
Muziek; The Brilliance - Open Up




donderdag 3 maart 2016

God zag dat het goed was


Genesis betekent oorsprong, begin.
Het Bijbelboek Genesis vertelt de oorsprong, het begin, van de aarde, van de mensheid en van het volk Israël.

De schepping Genesis 1:1-31

In het begin maakte God de hemelen en de aarde. De aarde was woest en leeg en over de watermassa lag een diepe duisternis. Maar de Geest van God zweefde boven de watermassa.

Toen zei God: ‘Laat er licht zijn.’ En toen was er licht. Het beviel God en Hij maakte een duidelijke scheiding tussen het licht en het donker. Het licht noemde Hij ‘dag’ en het donker ‘nacht’. Het werd avond en het werd weer morgen: de eerste dag.


Toen zei God: ‘Laat de watermassa uit elkaar gaan, zodat de wolkenhemel en de zeeën worden gevormd.’ Zo maakte God de wolkenhemel, door de watermassa te verdelen tussen hemel en aarde. Het werd avond en het werd weer morgen: de tweede dag.


Daarna zei God: ‘Laat het water onder de hemel samenstromen in zeeën en het droge land zichtbaar worden.’ En dat gebeurde. God noemde het droge land ‘aarde’ en het samengestroomde water ‘zeeën’. God zag dat het goed was.



En God zei: ‘Laten er allerlei gewassen, zaaddragende planten en vruchtbomen met zaad in hun vruchten op aarde groeien. De zaden zullen steeds weer planten en bomen voortbrengen.’ Dat gebeurde en ook nu was het goed, zag God. Het werd avond en weer morgen: de derde dag.


Toen zei God: ‘Ik wil dat er heldere lichten aan de hemel verschijnen om de aarde te verlichten en het verschil tussen dag en nacht aan te geven. Die lichten zullen de vaste tijden regelen en de dagen en jaren aangeven.’ En zo gebeurde het. God maakte twee grote lichten, de zon en de maan, die de aarde moesten verlichten. Het grootste licht, de zon, beheerste de dag en het kleinere, de maan, beheerste de nacht. Tegelijkertijd maakte God de sterren. Hij plaatste de lichten aan de hemel om de aarde te verlichten, dag en nacht aan te geven en het donker van het licht te scheiden. God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd weer morgen: de vierde dag.


Vervolgens zei God: ‘Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels.’ Zo maakte God de grote zeedieren, allerlei vissen en vogels, elk naar hun eigen aard. En Hij keek er met welgevallen naar en zegende ze. ‘Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën,’ zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij: ‘Zorg dat jullie aantal groeit, zodat de aarde vol wordt.’ Het werd avond en het werd weer morgen: de vijfde dag.


God zei toen: ‘Laat de aarde dieren voortbrengen: vee, kruipende dieren en allerlei wilde dieren.’ En weer gebeurde wat Hij had gezegd. God maakte alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, elk naar hun eigen soort. God zag dat ook dat goed was.


Toen zei God: ‘Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in de zeeën en in de lucht.’
God schiep daarop de mens als zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen. God zegende hen en zei: ‘Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen, de vogels en alle andere dieren. Kijk om je heen! Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen, die Ik jullie tot voedsel geef. Al het gras en de planten heb Ik als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven.’
Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed. Het werd avond en het werd weer morgen: de zesde dag.


U zag dat het goed was
Het eerste woord was licht.
U sprak en het bestond.
Het werd avond, het werd ochtend:
De eerste dag was om.

De hemel was Uw werk,
het water vond een plek.
Het werd avond, het werd ochtend:
De tweede dag was om.            

U zag dat het goed was.
U zag dat het goed was.

De aarde was Uw werk,
met bomen vol met fruit.
Het werd avond, het werd ochtend:
De derde dag was om.

U gaf de dag de zon.
U gaf de nacht de maan.
Het werd avond, het werd ochtend,
De vierde dag was om.

U zag dat het goed was.
U zag dat het goed was.

De vissen in de zee,
de vogels in de lucht.
De vijfde dag is voorbij.

En als U Adam maakt
krijgt ieder dier een naam.
De zesde dag is voorbij.

U zag dat het goed was.
U zag dat het goed was.

Toen hebt U Uw werk,
Uw prachtige werk,
in handen van mensen gelegd.

U houdt ons in Uw hand
en zo houden wij vol.
Het wordt avond, het wordt ochtend,
U heeft het laatste woord.


Bijbeltekst; vertaling uit Het Boek
Muziek; Schrijvers voor gerechtigheid
Tekst: Roeland Smith
Tekstbewerking: Menno van der Beek, Sergej Visser
Muziek: Bas Bons, Sergej Visser




Hemelse Liefde

 Ik ga verder met een nieuw blog, genaamd Hemelse Liefde.  Misschien tref ik je daar weer. https://hemelse-liefde.blogspot.com/ Groeten,  Anne