8Toen
verschenen de Amalekieten op het toneel en vochten bij Refidim tegen de
Israëlieten. 9Mozes zei tegen Jozua: ‘Roep de mannen te wapen en vecht tegen
het leger van Amalek. Morgen zal ik op de heuveltop staan met de staf van God
in mijn hand!’
10Jozua
verzamelde zijn mannen en trok ten strijde.
Ondertussen
beklommen Mozes, Aäron en Chur de heuvel. 11Telkens wanneer Mozes zijn hand
omhoog deed, had Israël de overhand, maar wanneer zijn hand niet meer omhoog
was, was Amalek de winnende partij. 12Toen hij last kreeg van vermoeidheid,
rolden zij een steen naar hem toe, waarop hij kon zitten. Aäron en Chur stonden
naast hem en hielden zijn armen omhoog tot zonsondergang. 13Zo overwon Jozua de
Amalekieten en hij vernietigde hen.
14En de
Here beval Mozes: ‘Leg deze gebeurtenissen vast zodat ze niet worden vergeten.
En prent Jozua in dat Ik de herinnering aan Amalek voor altijd zal laten
verdwijnen.’ 5Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het: ‘De Here is mijn
banier.’ 16Hij riep uit: ‘De hand van de Here beschermt ons vanuit de hemel en
Hij voert onze strijd tegen Amalek van generatie op generatie.’
Mozes met
de armen omhoog: wat een krachtig en fascinerend beeld voor ons gebedsleven!
Wat zou het prachtig zijn als al onze gebeden (bij ziekte om genezing, bij
verleiding om kracht, bij moeilijke keuzes om wijsheid) net zo zouden worden
verhoord als Mozes’ gebed om overwinning in de strijd.
Met opgeheven arm
Met opgeheven
arm Na de bevrijding uit Egypte zijn er tijdens de tocht door de woestijn
steeds tegenslagen. Telkens opnieuw moeten Gods kinderen leren vertrouwen op de
kracht van de HEER die hen ‘met sterke hand en opgeheven arm’ heeft gered. Nu
is er een vijandig volk: Amalek. Wat te doen? De HEER geeft deze keer geen
opdracht aan Mozes. Mozes voelt aan wat hij moet doen: de staf van God omhoog
houden. Het is de staf van redding en kracht. Jonge mannen vechten in het dal,
drie oudere mannen richten zich met een gebed zonder woorden tot de hemel. Ook
bidden blijkt zwaar en vermoeiend werk te zijn, waarbij je ondersteuning nodig
hebt, maar het is absoluut onmisbaar!
De vijand
Amalek
verschijnt hier op het toneel (zie ook Deut. 25:17-18). Dit is niet zomaar een
volk. Amalek (kleinzoon van Ezau) staat symbool voor dé vijand, hét kwaad. Dat
moet worden uitgeroeid (Gen. 3:15). Het is het volk dat niet mag bestaan (wat
tegelijk ook moeilijk te verteren is: vandaag noemen we dat genocide). Hier
wordt een verhaal van geestelijke strijd verteld en dus ook over de onmisbare
rol van gebed: ‘Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse
vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade
geesten in de hemelsferen. Laat u bij het bidden leiden door de Geest’ (Efe.
6:11,18).
Overwinning
Al vechtend
én bidden wordt de overwinning behaald. Dat mag niemand vergeten en daarom
wordt het vastgelegd (in een oorkonde, of een boek). En zo wordt het verhaal
doorverteld, als bemoediging voor mensen die willen (blijven) bidden maar dat
vaak moeilijk vinden. En tegelijk doet Mozes ons aan Jezus denken, die voorbede
voor ons doet (Rom. 8:34; Heb. 4:14-16; Heb. 9:24). Er komt ook een altaar met
een naam: De HEER is mijn banier (vlag van overwinning). Het kruis op Golgota
is ook een banier: teken van Christus’ overwinning op de kwade machten.
De armen omhoog
Voorbede
doen voor onszelf en voor andere mensen die in de geestelijke strijd staan: het
is ongelooflijk belangrijk.
We hebben
daarin bemoediging en aansporing nodig:
1.Ken de HEER! Hij is overwinnaar, de
God die met sterke hand en opgeheven arm ons telkens redt. In Christus zijn wij
meer dan overwinnaars.
2.Zie de geestelijke strijd! Er is
zoveel dat ons vervreemdt van God en van de navolging van Jezus. Sluit daar je
ogen niet voor.
3. Gebruik het gebed als wapen! Laat deze
waarheid tot je doordringen: “De grootste zorg van de duivel is: heiligen bij
het gebed vandaan houden. Hij heeft niets te vrezen van gebedsloze studies,
gebedsloos werk, gebedsloze godsdienst. Hij lacht om onze inspanning, hij spot
met onze wijsheid, maar hij beeft wanneer wij bidden” (Samuel Chadwick: “The
one concern of the Devil is to keep the saints from praying. He fears nothing
from prayer-less studies, prayer-less work, prayer-less religion. He laughs at our toil,
mocks at our wisdom, but trembles when we pray”).
(tekst van Jos Douma)
Geloven in
je eentje is niet vol te houden, ook bidden en strijden niet. Maar het hoeft
ook niet. We mogen elkaar daarin ondersteunen. Er voor de ander zijn. Juist ook
in de strijd. Dat gevecht tegen het kwaad, de duisternis, de machten, dat houden
we in ons eentje niet vol. Daar heb je steun bij nodig. Daar hebben we elkaar
voor nodig.
Nou, ik weet dat je hart gebroken is
En het voelt alsof je niets meer over
hebt
En je kunt je lied niet vinden omdat
je niet eens kunt praten
Je probeert gewoon de volgende
ademteug te halen
En je bevindt je hier op dit moment
Waar we allemaal bij elkaar zijn
gekomen om te prijzen
En hoewel je zou willen dat je het
deed, heb je niets te geven
Heel erg bedankt voor deze bemoediging.
BeantwoordenVerwijderen💖🛐
VerwijderenSuper mooi artikel!
BeantwoordenVerwijderen