dinsdag 31 maart 2020

Lift up your hands


Exodus 17:8-16 (Het Boek)
8Toen verschenen de Amalekieten op het toneel en vochten bij Refidim tegen de Israëlieten. 9Mozes zei tegen Jozua: ‘Roep de mannen te wapen en vecht tegen het leger van Amalek. Morgen zal ik op de heuveltop staan met de staf van God in mijn hand!’
10Jozua verzamelde zijn mannen en trok ten strijde.
Ondertussen beklommen Mozes, Aäron en Chur de heuvel. 11Telkens wanneer Mozes zijn hand omhoog deed, had Israël de overhand, maar wanneer zijn hand niet meer omhoog was, was Amalek de winnende partij. 12Toen hij last kreeg van vermoeidheid, rolden zij een steen naar hem toe, waarop hij kon zitten. Aäron en Chur stonden naast hem en hielden zijn armen omhoog tot zonsondergang. 13Zo overwon Jozua de Amalekieten en hij vernietigde hen.
14En de Here beval Mozes: ‘Leg deze gebeurtenissen vast zodat ze niet worden vergeten. En prent Jozua in dat Ik de herinnering aan Amalek voor altijd zal laten verdwijnen.’ 5Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het: ‘De Here is mijn banier.’ 16Hij riep uit: ‘De hand van de Here beschermt ons vanuit de hemel en Hij voert onze strijd tegen Amalek van generatie op generatie.’

Mozes met de armen omhoog: wat een krachtig en fascinerend beeld voor ons gebedsleven! Wat zou het prachtig zijn als al onze gebeden (bij ziekte om genezing, bij verleiding om kracht, bij moeilijke keuzes om wijsheid) net zo zouden worden verhoord als Mozes’ gebed om overwinning in de strijd.

Met opgeheven arm
Met opgeheven arm Na de bevrijding uit Egypte zijn er tijdens de tocht door de woestijn steeds tegenslagen. Telkens opnieuw moeten Gods kinderen leren vertrouwen op de kracht van de HEER die hen ‘met sterke hand en opgeheven arm’ heeft gered. Nu is er een vijandig volk: Amalek. Wat te doen? De HEER geeft deze keer geen opdracht aan Mozes. Mozes voelt aan wat hij moet doen: de staf van God omhoog houden. Het is de staf van redding en kracht. Jonge mannen vechten in het dal, drie oudere mannen richten zich met een gebed zonder woorden tot de hemel. Ook bidden blijkt zwaar en vermoeiend werk te zijn, waarbij je ondersteuning nodig hebt, maar het is absoluut onmisbaar! 


De vijand
Amalek verschijnt hier op het toneel (zie ook Deut. 25:17-18). Dit is niet zomaar een volk. Amalek (kleinzoon van Ezau) staat symbool voor dé vijand, hét kwaad. Dat moet worden uitgeroeid (Gen. 3:15). Het is het volk dat niet mag bestaan (wat tegelijk ook moeilijk te verteren is: vandaag noemen we dat genocide). Hier wordt een verhaal van geestelijke strijd verteld en dus ook over de onmisbare rol van gebed: ‘Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. Laat u bij het bidden leiden door de Geest’ (Efe. 6:11,18). 


Overwinning
Al vechtend én bidden wordt de overwinning behaald. Dat mag niemand vergeten en daarom wordt het vastgelegd (in een oorkonde, of een boek). En zo wordt het verhaal doorverteld, als bemoediging voor mensen die willen (blijven) bidden maar dat vaak moeilijk vinden. En tegelijk doet Mozes ons aan Jezus denken, die voorbede voor ons doet (Rom. 8:34; Heb. 4:14-16; Heb. 9:24). Er komt ook een altaar met een naam: De HEER is mijn banier (vlag van overwinning). Het kruis op Golgota is ook een banier: teken van Christus’ overwinning op de kwade machten. 


De armen omhoog
Voorbede doen voor onszelf en voor andere mensen die in de geestelijke strijd staan: het is ongelooflijk belangrijk.
We hebben daarin bemoediging en aansporing nodig:
1.     Ken de HEER! Hij is overwinnaar, de God die met sterke hand en opgeheven arm ons telkens redt. In Christus zijn wij meer dan overwinnaars.

2.     Zie de geestelijke strijd! Er is zoveel dat ons vervreemdt van God en van de navolging van Jezus. Sluit daar je ogen niet voor.

     3. Gebruik het gebed als wapen! Laat deze waarheid tot je doordringen: “De grootste zorg van de duivel is: heiligen bij het gebed vandaan houden. Hij heeft niets te vrezen van gebedsloze studies, gebedsloos werk, gebedsloze godsdienst. Hij lacht om onze inspanning, hij spot met onze wijsheid, maar hij beeft wanneer wij bidden” (Samuel Chadwick: “The one concern of the Devil is to keep the saints from praying. He fears nothing from prayer-less studies, prayer-less work, prayer-less religion. He laughs at our toil, mocks at our wisdom, but trembles when we pray”).


(tekst van Jos Douma)




Geloven in je eentje is niet vol te houden, ook bidden en strijden niet. Maar het hoeft ook niet. We mogen elkaar daarin ondersteunen. Er voor de ander zijn. Juist ook in de strijd. Dat gevecht tegen het kwaad, de duisternis, de machten, dat houden we in ons eentje niet vol. Daar heb je steun bij nodig. Daar hebben we elkaar voor nodig.






Nou, ik weet dat je hart gebroken is
En het voelt alsof je niets meer over hebt
En je kunt je lied niet vinden omdat je niet eens kunt praten
Je probeert gewoon de volgende ademteug te halen

En je bevindt je hier op dit moment
Waar we allemaal bij elkaar zijn gekomen om te prijzen
En hoewel je zou willen dat je het deed, heb je niets te geven
Het is genoeg dat je er toch bent

Dus laat me opstaan en zingen over Zijn goedheid
Laat me een lied in jouw plaats zingen
Omdat ik weet dat Hij altijd bij ons zal zijn
Zelfs als we Zijn gezicht niet kunnen zien
Ik ga zingen voor degene die trouw is
Hoewel de strijd nog niet voorbij is
En ik zal je stem zijn totdat je weer kunt
En ik steek je handen op als je dat niet kunt

Op een dag loop ik door de schaduwen
Te moe en uitgeput om op te staan
En ik heb je naast me nodig
Om dit nummer nog een keer te verheffen

I lift up your hands when you can’t

Mark Schultz

(tekening bovenaan is door mij gemaakt)


3 opmerkingen:

Hemelse Liefde

 Ik ga verder met een nieuw blog, genaamd Hemelse Liefde.  Misschien tref ik je daar weer. https://hemelse-liefde.blogspot.com/ Groeten,  An...